Acceptabele rioolheffing
De gemeente Enschede heeft geld nodig om haar gemeentelijke watertaken uit te voeren. Dit geld komt uit een belasting. Deze noemen we de ‘rioolheffing’.
Volgens de wet mogen we niet meer rioolheffing binnenkrijgen dan we echt nodig hebben voor het uitvoeren van de zaken die in dit Water- en Klimaatadaptatieplan zijn genoemd. We bepalen de hoogte van de heffing op basis van:
-
de kosten die nodig zijn om riolen, gemalen en andere onderdelen van het watersysteem te onderhouden en te vervangen als dat nodig is.
-
de kosten om ons watersysteem klaar te maken voor het extreme weer van de toekomst. Dit is een opdracht vanuit de landelijke overheid.
We willen dat de hoogte van de rioolheffing elk jaar weinig wisselt en dat de rioolheffing weinig stijgt. Daarom hebben we een ‘voorziening riolen’ ingesteld; een soort spaarrekening. Volgens het BBV (de financiële regels van de gemeente) mogen we investeringen in ons rioleringsstelsel toerekenen aan deze voorziening om deze te activeren en af te schrijven (betalen van kapitaallasten). Hierdoor kunnen we de kapitaallasten van deze investeringen verlagen. Dat scheelt veel rente die we in de toekomst moeten betalen. Zeker als de rente weer gaat stijgen. Op deze manier kunnen we de stijging van de rioolheffing beperken.