Bij herinrichting van de openbare ruimte

Als we terrein van de gemeente opnieuw inrichten grijpen we de kans om de klimaatbestendigheid ervan te verbeteren. Dit doen we door:

  1. Aan te sluiten bij het natuurlijke systeem.

  2. De klimaatbestendigheid (klimaatlabel) met tenminste één niveau te verhogen.

Aansluiten bij het natuurlijke systeem

De waterstructuurkaart helpt om bij het ontwerpen keuzes te maken die aansluiten bij het natuurlijke systeem. De kaart, die we continu bijwerken, geeft voor het hele stedelijke gebied weer welke groen/blauwe structuren we willen behouden en uitbreiden. Elke herinrichting is een moment om te bepalen of we structuren willen behouden of uitbreiden. Daarnaast geeft de kaart per gebied aan welke behandelmethode voor regenwater ‘van nature’ mogelijk is (infiltreren/bergen/afvoeren/draineren). Deze methode wordt bij voorkeur gekozen.

Klimaatbestendigheid één niveau verhogen

De klimaatbestendigheid van een openbaar gebied verhogen we door te sturen op de volgende 2 aspecten:

  1. Het verhogen van het percentage groen

  2. Het vergroten van de waterbergende capaciteit

In onderstaande tabel is weergegeven hoe deze aspecten een effect hebben op elk van de drie klimaatthema’s:

 

Wateroverlast

Droogte

Hitte

groen

+

Minder versnelde afvoer van hemelwater

+ -

Meer infiltratie, maar ook meer verdamping

+

Meer verkoeling, vooral bij keuze voor bomen en minder opwarming van verharding

waterberging

++

Meer waterberging

+

Meer infiltratie

0

Geen direct effect

Ontharden en vergroenen wordt gefinancierd vanuit de rioolheffing als dit wateroverlast vermindert. Dat is namelijk een invulling van de hemelwaterzorgplicht. Als een gebied op goede manier wordt vergroend dan werkt dit ook goed tegen droogte en hitte. Zo kunnen we het klimaatbestendig herinrichten van bestaand gebied betalen vanuit de rioolheffing. Dit geldt niet voor nieuwbouw.

Het vergroenen van bestaand particulier terrein stimuleren we met een subsidie.

Voor de herinrichting als geheel moet het niveau van klimaatbestendigheid omhoog. Wat dat betekent voor de aspecten ‘percentage groen’ en ‘beschikbare waterberging’ staat weergegeven in onderstaande tabel:

Klimaatlabel

Percentage groen

Beschikbare waterberging

A

>20%

>55mm

B

15-20%

45-55mm

C

10-15%

35-45mm

D

5-10%

25-35mm

E

< 5%

<25mm

Aan het begin van elk planproces bepalen we per aspect welk klimaatlabel het plangebied in de huidige situatie heeft. Vervolgens blijkt uit de tabel wat het concreet betekent om de klimaatbestendigheid een niveau te verhogen, namelijk:

  1. 5% van de openbare ruimte in het gebied extra ontharden en/of vergroenen EN

  2. 10mm extra waterbergende capaciteit realiseren (10mm x het verharde oppervlak)

De klimaatbestendigheid van een gebied is natuurlijk niet alleen afhankelijk van deze de aspecten percentage groen en beschikbare waterberging. Maar door hierop te focussen maken we het overzichtelijk. Deze aspecten hebben effect op alle drie de klimaatthema’s wateroverlast, hitte en droogte. Daarom verwachten we op deze manier ons doel om in 2050 klimaatbestendig ingericht te zijn te bereiken. Gaandeweg zullen we dit evalueren en monitoren.

Hoe we de aspecten van het klimaatlabel precies gaan bepalen en toetsen werken we verder uit. Zo denken we er bijvoorbeeld aan om in dicht bebouwd gebied ook groene daken of groene gevels mee te rekenen in het percentage groen en we overwegen om het planten van bomen extra te waarderen binnen het aspect ‘percentage groen’. De komende planperiode gaan we ervaring opdoen met deze systematiek en na evaluatie stellen we deze waar nodig bij.

De water- en klimaattoets voor nieuwbouw gebruiken we ook bij herinrichting van de openbare ruimte.