3. De groene principes

We hebben een opgave om Enschede verder kwalitatief te vergroenen. Die opgave geldt zowel voor:

Beter zorgen voor het bestaande groen (beschermen)

Enschede is nu al groen (zie 2.1). Het huidige groen vormt een belangrijke basis waar vanuit we Enschede verder vergroenen. We moeten het groen daarom goed verzorgen en koesteren. Voor het gemeentelijke groen betekent dit meer en anders investeren in beheer en onderhoud. Willen we bijvoorbeeld onze waardevolle bomen koesteren, dan vraagt dat passend onderhoud, ook onder de grond. Maar ook bij nieuwe aanleg moeten we zorgen dat het toekomstig beheer en onderhoud goed geregeld is aan de voorkant van de nieuwbouw of herinrichting.

Het verbeteren van de inrichting van het groen (benutten)

Het huidige groen vraagt niet alleen goede verzorging, maar ook een kwalitatieve verbetering in de inrichting. Bijvoorbeeld door het bestaande groen gevarieerder te maken en te zorgen voor meer beleving en meervoudig gebruik van het groen.

Meer groen toevoegen aan Enschede bij elke nieuwbouw- en herinrichtingproject (bouwen)

Het realiseren van de droom vraagt het investeren in toevoeging van nieuw groen. Dat wil zeggen: elke nieuwbouw en herinrichting die plaats vindt in Enschede moet bijdragen aan een verdere kwalitatieve vergroening van Enschede. Het is daarbij belangrijk dat we aan de voorkant van het project of de ontwikkeling bewust kiezen voor het vergroenen en daar ook de ontwerp-, inrichtings- en beheerkeuzes op aanpassen. Dit vergroenen moet tegelijkertijd in samenhang met andere ontwikkelingen, zoals de klimaatopgaven vanuit het Water- en Klimaatadaptatieplan (WeK).

Om een kwalitatieve vergroening te bereiken werken we met een set uitgangspunten (groene principes) die leidend zijn voor zowel het beheer en onderhoud, alsook de verbetering van de inrichting van het bestaande groen en nieuwbouw en herinrichting. Dit vanuit de gedachte dat we alles wat we doen vanaf nu ook echt groen gaan doen!

De groene principes zijn hieronder weergegeven. Ze vragen nog verdere uitwerking naar wat dit betekent voor de uitvoering, hoe ze goed toepasbaar te maken zijn en hoe we ze in de praktijk goed kunnen borgen.

3.1 Beschermen
We beschermen en verzorgen het groen en groene waarden die er zijn
  • Bestaand groen en groenstructuren behouden.

  • Bomen, houtwallen en bos beschermen.

  • Bestaand en nieuw groen en bomen goed verzorgen.

  • De huidige natuurwaarden en diversiteit beschermen.

  • Cultuurhistorische waarden in het groen behouden en terugbrengen.

  • Invasieve exoten, plantziekten en dierplagen in het groen voorkomen, beheersen en waar nodig bestrijden.

3.2  Benutten
We gebruiken het groen beter en zorgen voor meer zichtbaarheid van groen
  • Groen altijd in de buurt en zichtbaar maken

  • Uitdagend, toegankelijk en ook rustplekken creëren

  • Leefbaarheid, klimaatadaptatie en toekomstbestendigheid vergroten

  • Veel variatie in beplantingen aanbrengen

  • Identiteit en herkenbaarheid versterken

3.3 Bouwen
We bouwen groen en bouwen aan meer kwalitatief groen
  • Bouwen aan een natuurlijk ecosysteem

  • Meer kwalitatief groen toevoegen: Als het groen kan, wordt het groen.

  • Elke nieuwbouw en herinrichting begint groen, draagt bij aan vergroening en is natuurinclusief.

  • De groene en ecologische structuur versterken en bouwen.

  • Toekomstbestendig of tijdelijk groen bewust kiezen.