Bijlage III - Waterregels in het omgevingsplan
Via de Invoeringswet Omgevingswet zorgt het Rijk ervoor dat bij inwerkingtreding van de Omgevingswet alle gemeenten een omgevingsplan hebben. Het omgevingsplan dat van rechtswege ontstaat, bevat alle vigerende bestemmingsplannen en een aantal verordeningen, waaronder een eventuele regenwaterverordening (als de gemeente die had vastgesteld). Dit omgevingsplan voldoet nog niet aan de eisen van het nieuwe stelsel. Voor gemeenten geldt een overgangstermijn tot 2029.
Het Rijk voorziet in overgangsrecht voor de regels die nu nog op rijksniveau zijn gesteld in onder andere het Besluit lozing afvalwater huishoudens, het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Bouwbesluit 2012, maar in het nieuwe stelsel niet terugkeren op rijksniveau. Dit overgangsrecht voor voormalige rijksregels wordt de bruidsschat genoemd. De bruidsschat wordt van rechtswege toegevoegd aan ieder omgevingsplan. Direct vanaf inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten de bruidsschatregels aanpassen of schrappen.
Voor het waterbeheer zijn met name de regels over aansluiten op de riolering en over afvalwaterlozingen in de bruidsschat relevant. Dit betreft onder andere de lozing van grondwater, afstromend regenwater en huishoudelijk afvalwater in de bodem, de riolering en het oppervlaktewater. Daarnaast zijn er specifieke lozingsregels voor bedrijfstakken opgenomen in de bruidsschat. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn het lozen bij kleinschalige voedselbereiding (zoals de vetafscheider bij de horeca), lozen bij telen en kweken van gewassen (zoals spoelwater van biologisch geteeld fruit), lozen bij het maken van beton, lozen bij het wassen van motorvoertuigen en lozen bij het opslaan van mest of kuilvoer.
In de door het Twents Waternet gemaakt aanzet is een aantal bouwstenen voor regelgeving op watergebied opgenomen. De bouwstenen gaan over:
-
aansluiten op de riolering;
-
lozen van afvalwater;
-
bedrijfsafvalwater in het buitengebied;
-
vloerpeilen en maximaal percentage verharding;
-
waterberging inclusief afkoopregeling;
-
afkoppelen en infiltreren;
-
bodemenergiesystemen in intrekgebieden.
De bouwstenen bieden mogelijkheden om onderwerpen op verschillende wijze te regelen. In het kader is de essentie van de bouwstenen aangeduid.
Bouwsteen aansluiten op de riolering
Om het functioneren van de openbare riolering te waarborgen, zijn regels nodig over de aansluitingen op deze riolering. Deze bouwsteen bevat regels over het aansluiten van de perceelleidingen voor afvalwater op de openbare riolering.
Bouwsteen bedrijfsafvalwater in het buitengebied
De bouwsteen richt zich op het gerioleerde buitengebied dat vaak bestaat uit drukrioleringen die in beginsel bedoeld zijn voor huishoudelijk afvalwater. Bedrijfsafvalwater dat qua biologische afbreekbaarheid niet overeenkomt met huishoudelijk afvalwater, moet in veel gevallen ook op de vuilwaterriolering worden geloosd. De drukriolering kan dit afvalwater, zeker als het gaat om grote hoeveelheden, vaak niet adequaat verwerken. De gemeente regelt met de bouwsteen de beperkingen die aan dergelijke lozingen moeten worden gesteld.
Bouwsteen lozen van afvalwater
Deze bouwsteen gaat over het lozen van huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater van huishoudelijke aard. Onderscheid wordt gemaakt naar afvalwater binnen de bebouwde kom en in het buitengebied. De regels betreffen de lozingsroute, zuiveringsvoorzieningen en bij toepassing van een lokale zuiveringsvoorziening regels voor aan te leveren gegevens en bescheiden.
Bouwsteen vloerpeilen en maximaal percentage verhardingen
In toenemende mate worden percelen verhard en ligt het bouwpeil van vloeren op gelijke hoogte met verharding buiten het gebouw. Hierdoor stroomt regenwater makkelijk het gebouw in met alle gevolgen van dien. Meer verharding op een perceel zorgt daarnaast voor minder mogelijkheden voor infiltratie in de bodem. Regenwater stroomt daardoor versneld af naar de riolering, die daardoor overbelast raakt. Om deze ongewenste effecten te voorkomen, zijn artikelen in de bouwsteen opgenomen die zowel de hoogte van het bouwpeil als het maximale percentage verharding reguleren.
Bouwsteen waterberging inclusief afkoopregeling
Door klimaatverandering is er steeds vaker sprake van extreme neerslag. Om belasting op de openbare riolering terug te brengen, is het belangrijk dat particulieren het regenwater langer op eigen terrein vasthouden en vertraagd afvoeren. Het is daarom belangrijk vast te leggen in welke gevallen particulieren een waterberging moeten aanleggen en waar deze aan moet voldoen. Ook het opnemen in het omgevingsplan van een afkoopmogelijkheid wanneer bij omgevingsvergunning wordt afgeweken van de waterbergingseis is belangrijk. Deze bouwsteen heeft sterke raakvlakken met de handleiding watertoets.
Bouwsteen afkoppelen en infiltreren
Deze bouwsteen gaat over een verbod om regenwater of grondwater te lozen op vuilwaterriolering. Het verbod geldt alleen in het zogenaamde afkoppelgebied. Om de doelmatige werking van de voorzieningen voor het beheer van afvalwater veilig te stellen, kan de gemeente perceeleigenaren verplichten om in een bepaald gebied af te koppelen. De gemeente Enschede heeft tevens de mogelijkheid om via het omgevingsplan infiltreren van regenwater op eigen terrein in aangewezen infiltratiegebieden te verplichten. Achterliggende reden hiervan is de wens om regenwater lokaal vast te houden in de betreffende gebieden, zodat dit water beschikbaar blijft voor perioden van droogte.
Bouwsteen bodemenergiesystemen in intrekgebieden
Bij de aanleg van een bodemenergiesysteem dient de drinkwaterwinning te worden veiliggesteld. Het werkingsgebied van deze bouwsteen betreft de zogenaamde intrekgebieden rondom een onttrekkingspunt voor de drinkwatervoorziening vanuit de diepe grondwatervoorraden. Het doel van de bepaling is het beschermen van de kwaliteit van het grondwater voor de drinkwaterwinning. Het inzamelen en afvoeren van afvalwater levert een enorme bijdrage aan de volksgezondheid en leidt wereldwijd tot een langere levensverwachting. De gemeente werkt aan een gezonde leefomgeving door in te zetten op een goed functionerend en robuust rioolstelsel dat kan meebewegen met de ontwikkelingen van de toekomst.